Gegevens:
"Toen hij haar tegen elf uur ’s avonds die mooie, zomerse zondag"
“Toen hij haar tegen elf uur ’s avonds die mooie, zomerse zondagavond -beiden nog half stoned na die uitnemende, zinsverdovende kombinatie van sex, alcohol en drugs tijdens drie doorleefde, zware dagen en nachten-, met veel moeite en mooie woorden, afgewisseld met half gemeende hartstochtelijke kussen en scho ne beloftes, de zware, eikenhouten, gebeeldhouwde deur van zijn riante woning in Amsterdam zuid uit bon sjoerde- er was volgens verklaringen achteraf van bewoners van de belenden de percelen enig persistent, doch voornamelijk speels, duw en trekwerk aan te pas gekomen om haar er uit te werken, maar niets wees op enige vorm van fysiek geweld – en hij haar als troost net iets al te enthousiast uit zwaaide tot zij de Palestrinastraat uit was en rechtsaf sloeg vlak voor de rooms katholieke kerk de Jacob Obrechtstraat in op weg naar het Vondelpark, waar haar informant stond te wachten, was hij op slag haar naam, telefoon nummer, werkgever en adres kwijt, maar ook haar voor naamste eigenschappen, waar mee zij zich meende te onder schei den van al die talloze vrouwen uit veel miljoenen, die hij had bezeten, maar hij wist nog wel dat zij viel als een hete aardappel voor zijn Velvet Underground repertoire op de elektrische guitaar, aangesloten op een 100 watt Vox amplifier, in het bijzonder het veel belovende, in de hier geschetste kontekst bijna sym bolische nummer “I’ll be your mirror” en aldus geschiedde. Het daarop volgende nummer van The Vel vets “I’m waiting for the man” bestond gotzijdank uit slechts twee akkoorden, te weten D en G. Niemand kon zich daar een buil aan vallen. De zwart satijnen lakens op het dubbelbed waren al vantevoren uitnodigend open ge slagen en terwijl het laatste akkoord nog nazinderde lagen zij al in bed nog voor de indringende, naar geestig klinkende feedback was weg gestorven uit de luidsprekers.
Zij verdween niet alleen voor goed uit zijn leven, maar leek van de aardbodem te zijn verdwenen. Zowel zijn Amerikaanse import snubnose punt 38 als handen werden onderzocht op kruitsporen. Uit niets bleek dat het wapen was gebruikt. De revolver was volgens voorschrift goed opgeborgen in een stalen, afsluitbare kast waar een alarm installatie op was aangesloten. Een vergunning was aanwezig in het pand, een strafblad af wezig. Een verklaring voor de raadselachtige verdwijning kon hij noch haar vrienden en familieleden ge ven. Intensief forensisch onderzoek leverde nog geen door hem terloops onopgemerkte verdwaalde schaamhaar op. Het was alsof zij nimmer had bestaan.
Stofzuiger, poetsdoek en reinigingsmiddelen hadden wellicht hun werk gedaan, meende een politie functio naris. Het cold case team was achttien jaar later niet veel verder gekomen dan de summiere gegevens uit het oude, vergeelde dossier. De rechercheurs die het onderzoek verrichtten waren de dienst uit of lagen in hun graf te wachten op het eeuwige oordeel, voor zover ze gereformeerd waren. Een DNA analyse was be gin jaren zestig niet mogelijk en het in grijs gemoffelde stalen archiefkasten opgeslagen biologische rest materiaal was door de gebrekkige conserveringsmethode in stopflessen waar vroeger zuurtjes en toverballen in werden bewaard in combinatie met de alom bekende algemeen geldende onverschilligheid onder overheidsambtenaren onbruikbaar. Lachende derde Frank Forrest wist dat de Amsterdamse politie niet was toegerust om een serial killer te achterhalen. De politiemensen van het buro Leidsegracht waren gewend met de voeten op het buro, het tegen de voorschriften in het doorgeladen FN pistool losjes in de zwart leren glimmende holsters te bewaren en met de donkerblauwe das los om de kippenekjes wat voor zich heen te filosoferen over de politiek, het schamele salaris en de erotiese kwaliteiten van de thuis zittende echtgenotes en/of dochters.
De communicatie met de Amerikaanse specialist die via de FBI naar de laatste mode onder toon aangeven de kriminologen werd ingehuurd om een daderprofiel te leveren was door het evidente gebrek aan talen kennis op het hoofd buro ondanks een rij woordenboeken boven het buro van de vroeg kalende brigges op niets uitgelopen.”
Fragment uit de eerste verhalenbundel van Fred van der Wal “Een vuilnisroos uit Franeker”. 1988. Oldeboorn
© april 2016, fredvanderwal, BasicPublishing.nl